In het voorjaar van 1936 kwamen ze voor het eerst in grote zwermen opzetten: MUGGEN.
Het licht werd verduisterd. Het gezoem was oorverdovend. Lopen op straat was haast
onmogelijk. Steken deden ze gelukkig niet, maar het werd wel een vieze bende.

De eerste tekenen van dit verstoorde natuurlijk evenwicht dienden zich op Urk aan in mei. Eerder werden door onderzoekers al ongelovelijke hoeveelheden larven van de lastige groene mug (Chironomus) aangetroffen in de bodem van de voormalige Zuiderzee. Gebrek aan natuurlijke vijanden zorgde ervoor dat al die vele miljarden larven ook daadwerkelijk muggen werden en ondermeer neerstreken op Urk. De muggen hingen als grote wolken in de lucht en kleurden de gevels van de huizen grijs-groen. Het zoemende geluid klonk alsof er constant vliegtuigen boven het dorp vlogen. De mussen waren al snel uitgegeten en tuimelden haast om. De muggen staken niet, dus leverden geen direct gevaar op voor de gezondheid. Wel drongen ze massaal door in de huizen en moest je ze eerst uit de koffie of
melk wippen voordat je een slok nam. Hinderlijk was het wel voor het drinkwater dat toen nog uit de regenton moest komen. Het water moest eerst van een laag dode muggen worden ontdaan en onderin de ton vormde zich een groen bezinksel. Dokter Vonk sprak echter ten stelligste tegen dat dit water gevaarlijk was voor de gezondheid. Na enkele dagen waren de muggen dood en moest de dikke laag muggenlijken letterlijk weggeschept worden.

Paling

Voor de spuisluizen van de afsluitdijk verdrongen zich de natuurlijke verdelgers van de muggenlarven, de glasaal. Ze trokken het zoete water in en belandden hier in een uitgestrek el dorado. Constant konden ze zich vol eten aan de ontelbare Chironomuslarven, om zo uiteindelijk weer te werken aan een natuurlijk evenwicht. Van rijkswege werd dan ook alles gedaan om zoveel mogelijk glasaaltjes binnen te laten, zonder al te veel zout water mee te laten komen. Groot voordeel van de overvloed aan eten was dat de geslachtsloze glasaaltjes zich ontwikkelden tot vrouwtjes, en die worden weer veel groter, ouder en zwaarder dan mannetjes. De Urker IJsselmeervissers zouden er nog lang van profiteren.

Dikke palingvangsten

Het overvloedige aanbod van voedsel voor de paling, betaalde zich voor Urk uit in dikke palingvangsten. De eerste jaren na de afsluiting van de Zuiderzee mochten hier alleen schepen vissen met vergunning en een laag motorvermogen. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak en de visserij op de Noordzee niet meer mogelijk was, kregen ook deze Noordzeeschepen een vergunning in het kader van de noodzakelijke voedselvoorziening. Met alles wat ook maar kon drijven waren de Urkers actief op het IJsselmeer en wisten goede vangsten te behalen. Echt honger werd er op Urk tijdens de oorlogsjaren dan ook niet geleden, ook omdat de paling op de zwarte markt geruild kon worden voor andere levensmiddelen.
De paling werd met name gevangen door de palingkuil. De aal was zo vet en lui geworden, dat ze met de fuiken vrijwel niet meer werden gevangen. In 1947 werden de regels door de Visserijinspektie aangescherpt en werden de zwaardere motoren weer verboden.

Gerelateerde Artikelen